Monday, November 24, 2008

Onvergankelijke schoonheid

Foto’s gemaakt op: 21/22/23-nov-2008, Kyoto 京都 en Nara 奈良.









Bladeren van goud

foto's gemaakt op: 21/22/23-nov-2008, Kyoto 京都 en Nara 奈良.






[Het Gouden Paviljoen]


Monday, November 17, 2008

Herfstkleuren

foto's gemaakt op: 15-nov-2008, Unzen 雲仙 en Shimabara 島原.

Berglandschappen geschilderd op het canvas
van de koude herfstlucht, bladeren scharlaken
oranje, geel en bruin getint—
de herfst is een kunstenaar.





Sunday, November 16, 2008

Where the streets have no name

geschreven: 16-nov-2008, Nagasaki.

I wanna reach out
And touch the flame
Where the streets have no name

[Where the streets have no name, U2]

Wanneer ik op mijn gemak door Nagasaki fiets, of loop voor wat dat aangaat, vind ik mijn gedachten regelmatig op weg naar dit nummer, Where the streets have no name. Ik kan niet anders dan bedenken dat dit nummer perfect op Japan had kunnen slaan, al is dat niet het geval. Soms zoekend door smalle kronkelende straten, heuvel op, afslag in of dan weer wachtend voor het stoplicht, het zijn slechts de aanwezige herkenningspunten die me de wegwijzen, die me aan de hand nemen en daar naar toe leiden waar ik zijn moet. ‘Waar de straten geen naam hebben,’ ik vind het een prachtige zinsnede, een prachtig nummer bovendien.

Japan dus, waar de meeste straten daadwerkelijk geen naam hebben, op de grote straten in grote steden na. Het Japanse stratensysteem is namelijk gebaseerd op huizenblokken gearrangeerd aan de hand van nummers, die vaak ook nog eens in onlogische volgorde naast elkaar liggen zodat het voor een vreemde een heel gedoe kan zijn om het juiste adres te vinden in al die kleine steegjes, lijkt me. Zo woon ik in gebouw 1, huizenblok 12 van het stadsdeel Nishi-machi. Geen straatnaam te bekennen.


[links, Nagasaki University International House]
[rechts, bron: Nagasaki City Tourism Guide]

En dus vind ik mijn weg door een stad waar de straten geen naam hebben. Waar de meeste straten voor mij ook geen betekenis hebben anders dan dat ze de schoonheid van het land uitdrukken. Straten bovendien die ongelofelijk schoon zijn en met het verkeer rijdend aan de linker kant van de weg. Het was even wennen. Heel even. Een tel of wat. Na een paar keer flink op de rem gestaan te hebben en bochten veel te ruim of juist te krap genomen te hebben, had ik het door. Bovendien is het de bedoeling – het kan eigenlijk ook niet anders – om op de stoep te fietsen als die er is, dus veel kan er niet fout gaan. De ene keer dat ik en passant bijna iemand die net een winkel uit stapte ondersteboven reed niet meegerekend. Kan gebeuren.

Wednesday, November 12, 2008

Onderdompelen in Japan

geschreven: 08-nov-2008, Nagasaki.

Rimpeling op het kloppend hart, een droomgezicht
de waterdamp daalt op me neer
als nevel boven de koude ochtendgrond
maar de regen wast het schoon.

[de zin ‘maar de regen wast het schoon’ is ontleend aan het nummer Regen van Bløf]

Het hete bad blaast haar stoom uit in de nachtelijke hemel. Fijne regen valt neer op mijn huid en biedt enige verkoeling aan mijn bovenlichaam. Het badhuis (銭湯, sentō) ligt op nog geen vijf minuten fietsen vanaf het International House, zodat er een trend aan het ontstaan is om regelmatig laat op de avond het badhuis te bezoeken. Na een week lang colleges volgen is het heerlijk ontspannen in het warme water en evenzo verfrissend om kortstondig in het koude bad te plonsen. Uit het drinkkraantje in de hoek komt zowaar lekker water, in tegen stelling tot dat wat ‘thuis’ uit de kraan komt. De straal staat omhoog gericht zodat het water met een ogenschijnlijk ietwat zoete smaak eenvoudig te drinken is. En na een bezoekje aan het badhuis is het lichaam zo tot rust gekomen dat je eenvoudig in slaap valt, hongerig, dat wel. Op de een of andere manier maakt het warme water een niet te stillen honger los.

De konbini (kleine 24-uurs winkel) biedt enigszins uitkomst. Eigenlijk schandalig om rond half 2 ’s nachts nog naar de winkel te gaan om me even later thuis te goed te doen aan een pizapan (een soort brood met een pizzatopping). Maar je moet toch wat. Op die momenten waarop de honger toe slaat denk ik met weemoed terug aan Nederland. En dan met name aan de pannenkoeken met roomkaas en gerookte zalm. Heerlijk. Of aan een eenvoudige boterham met kaas. Het einde!





Over slaap gesproken, onlangs schudde diep in de nacht de aarde in Nagasaki, zei het met een geringe kracht op de schaal van Richter. Het beven bleef aanhouden voor slechts zes seconden, waarna de nachtrust weer hersteld werd. Nauwelijks genoeg tijd om te beseffen wat er gebeurt of ook maar iets te ondernemen en onder het bureau te duiken zoals de instructies luiden.

Maar, jawel, ik lag te slapen. Vast te slapen.

Ik had van een beving geen weet, noch van een wereld buiten mijn droomwereld. Die zes seconden waren voor mij nog niet eens genoeg om wakker te worden. Hoogstwaarschijnlijk heb ik me nog eens omgedraaid en de deken wat hoger opgetrokken tegen de koude die in de nacht om het bed heen hangt, in plaats van me met een bonkend hart af te vragen wat er aan de hand is. Om eerlijk te zijn was ik lichtelijk teleurgesteld toen ik hoorde dat er een zwakke aardbeving was geweest terwijl ik helemaal niets heb gevoeld. Kans gemist. Niet dat ik de hoop koester de schade die een aardbeving kan veroorzaken met eigen ogen te zien, maar ik wil toch eigenlijk wel eens voelen hoe het is als deze natuurkracht opspeelt.