Monday, October 20, 2008

Het ritme van de stad

geschreven: 20-okt-2008, Nagasaki.

Het straatbeeld wordt bepaald door de vele kabels die kriskras door elkaar, langs en boven de wegen kronkelen. Door de kleine huisjes, met hier en daar een eetgelegenheid die de naam nauwelijks waardig is, qua grootte dan en meer weg heeft van een soort thuisrestaurant.

De aorta waar alle kleine straatjes op uitkomen, barst van de bedrijvigheid. Deze brede straat is altijd in leven, met de pulserende verkeersstromen kloppend op het ritme van de stad. Trams ratelen voorbij. Een Isuzu-vrachtwagen slaat rechtsaf, gevolgd door een hele reeks Toyota- en Suzuki personenauto’s. Op de achtergrond torenen de bergen boven de gebouwen uit als een altijd aanwezige massieve massa die het leven in de stad beschermt, zichtbaar vanuit bijna elke hoek van Nagasaki. Ze vormen de ribbenkast van dit organisme.

Oude vrouwtjes lopen schuifelend over het zebrapad met een paraplu opgestoken tegen de zengende hitte van de middagzon. Tegen een uur of drie komt deze op haar hoogtepunt om zo rond de klok van zes – eerst langzaam en dan plotseling – achter de horizon weg te zakken en de verkoelende duisternis in te luiden.





Vanavond ben ik die duisternis ingestapt. Op zoek naar iets, iets wat me zou raken en de tijd stil doen staan. Ik vind het een aantal meters boven de drukke verkeersweg, op de voetgangersbrug. Vanaf deze smalle brug kan ik het minutenlang volhouden, misschien zelfs wel uren: kijken naar de verkeersstromen onder mij. Het is indrukwekkend om te zien, de efficiëntie waarmee het gemotoriseerd verkeer zijn weg zoekt door dit onmetelijke lichaam. Tijd bestaat niet in zijn concrete vorm, haast is niet op te merken. Het enige wat hier en nu telt is het ritme van de stad. Ik laat me in gedachten meevoeren met het pulserende ritme, mee op de oranjegele lijnen van licht die lijken te zweven boven de weg. Ik ga de hele stad door, soms halt houdend voor het stoplicht. Ik kom langs plekken waar ik nog nooit ben geweest, plekken die het licht – en mij erbij – aantrekken. Ik sla ze op in mijn onderbewustzijn, als gegevens die wachten om ontdekt te worden.





Maar het dient gezegd te worden, ik ben niet bij machte om deze stad met pen te beschrijven. Ik kan het keer op keer proberen, het lukt me niet. Dit levende organisme laat zich niet vangen in de wereld van het geschreven woord noch in die van de beeldende fotografie, om te worden tot een statisch aftreksel van de realiteit. Zulk soort problemen is niet alleen mij bekend, ook Martin Bril kan er niet aan ontkomen:

Sommige dingen zijn verdomd moeilijk onder de knie te krijgen. Zo ben ik al jaren bezig met de kleur blauw, meer in het bijzonder: het blauw dat de hemel kleurt.

Hoe omschrijf je dat?

Of kun je volstaan met de mededeling "de lucht was blauw"? Dat vind ik eerlijk gezegd te weinig. Er moet over een blauwe lucht meer te zeggen zijn, zeker over dat herfstige blauw van gisteren.

Minstens zo intrigerend, en misschien nog wel moeilijker: het geluid van een stuiterende tennisbal. En dan niet een bal die heen en weer wordt geslagen, maar een bal die vanuit een hand op en neer op de grond valt - is vallen wel het juiste woord in dit verband? Hoe dan ook: er kan iets dreigends van dat geluid uitgaan, een zekere macht.

Ik heb nog wel meer van dit soort problemen die me al jaren achtervolgen. De geur van gras, gebakken spek, vrouwenzweet. Omschrijf het maar eens in zijn kloppende volledigheid. Als me dat lukt, ben ik enorme sprongen verder. En al die tijd bestaat het risico dat je iemand leest die er wel al in is geslaagd.

[uit: Een Blauwe Lucht, Martin Bril, de Volkskrant 15-okt-2008]

En dus is het hoogstwaarschijnlijk wachten tot het moment waarop ik iemand lees die er wel al in is geslaagd.





6 comments:

Anonymous said...

Oooooh mooi!

Anonymous said...

Ontzettend mooi geschreven, en ook erg mooie foto's! Vooral die twee van het verkeer. Kan me voorstellen dat je geniet van dat soort momenten.

Anonymous said...

lees ook ff bril van vandaag (22 okt)

Anonymous said...

Hi Sander,

ja, druk druk druk, dus voor het eerst lees ik je teksten. Wat een mooi medium is internet toch, dat we zo met je mee kunnen kijken...
Ik ben benieuwd naar je volgende berichten.

groet
Anne.

Mattias said...

JA!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! DIT IS ER EENTJE!!!!

Sorry man, maar als dit geen Moment van de Schoen-materiaal is, weet ik het ook niet meer!

Heb je Ashwin al op de hoogte gebracht?

Anonymous said...

Sanderlief,

Je neemt me mee aan je hand, zacht trekkend, niet dwingend. Ik volg je als vanzelfsprekend. Door jouw ogen bewonder is, word ik net als jou geraakt.

Een gevoel van stilzwijgend samenzijn.

Sta ik in de duisternis naast je op de voetgangersbrug en zoek spiedend puntjes stad, die mijn blik, jouw blik, doen stilstaan. Geboeid door onze kijk op dit stukje wereld wil ik je wijzen op iets in de verte, je aandacht vestigen op, maar zwijg. Het risico is te groot dat de zeepbel weer uit elkaar spat en dan zou je in slechts één plofje weer weg zijn.

Jij leidt me over een kronkelend bergpad naar boven. Ik volg slechts, in stilte gehuld. Samen koesteren we die momenten, maar ik beleef deze enkel door jou.

Moest je eerst zover weg gaan om zo dichtbij te kunnen komen?!

dikke kus
femia